Onderwijs op maat werkt prima

Bedenkingen bij “Onderwijs op maat werkt prima” – Trouw 11 juli 2017

“Ieder kind is immers anders en leert op zijn eigen manier.”
Is dat zo? Ieder kind heeft vast een voorkeur hoe hij/zij werkt, maar het proces “leren” gaat hetzelfde en hier zijn een aantal belangrijke en versterkende factoren in die voor iedereen hetzelfde zijn.

“Daarbij uiteraard deskundig begeleid door hun leerkracht of docent, die dankzij digitale technologie ieder kind nauwgezet kunnen volgen.”
Een handig systeem, waar data een schijnwerkelijkheid schetst, maar nuance verloren gaat. Deskundige begeleiding vraagt om interactie, waarbij de leerkracht opzoek gaat naar wat er achter het resultaat zit om het kind verder te helpen.

“Natuurlijk heeft ieder kind recht op dezelfde kansen en mogelijkheden, maar die worden niet benut als dat gelijkstaat aan het volgen van een voorgeschreven spoorboekje.”
Wacht even… zijn lessen zonder digitale technologie vastgelegd in een spoorboekje? Nee, deskundige leraren bepalen wat zij wanneer en hoe doen. Is het niet de “digitale technologie” die voorschrijft wat de leerling zou moeten doen?

Het systeem geeft natuurlijk suggesties, een begeleider kan dit naar inzicht anders doen. Maar hoe vaak gebeurt dat? Misschien juist wel wanneer kritische hoogopgeleide ouders hiernaar vragen. Doordat het dan individueel maatwerk is, kan er juist ongelijkheid ontstaan.

Laat mij maar lessen geven aan een groep, waarbij leerlingen veel van elkaar leren en ik daarnaast bij iedere leerling zo goed mogelijk inschat, hoe ik deze leerling begeleidt. Dat is mijn vak.

Gepersonaliseerd leren

Gepersonaliseerd leren
Gepersonaliseerd leren
Gepersonaliseerd leren

Wat heeft gepersonaliseerd leren te maken computer-ondersteunde learning analytics?

Gepersonaliseerd leren is wanneer een leraar bij een leerling zit en effectieve feedback geeft aan deze leerling.
Gepersonaliseerd leren is wanneer een leraar bij een leerling zit en de leerling begeleidt door te scaffolden.
fotografie kim krijnen

Zwemles

Mijn zoon (6 jaar) zit op zwemles. Eerst zat hij in Eindhoven op zwemles, nu bij ons in het dorp.
De zwemles bij ons in het dorp maakt gebruikt van gamification en mastery-learning
Ik vond het in het begin een beetje onzin, in Eindhoven werkten ze hier ook niet mee. Maar het werkt super voor mijn zoon. Ik realiseerde me van de week pas dat ze bij deze zwemles de (leer-)ontwerpen van gamification en mastery-learning toepassen.

Gamification

Gamification werkt goed voor mijn zoon. Hij kan zien wat hij moet kunnen om een stap verder te komen (show me the way). Wekelijks wordt op een persoonlijke website geregistreerd hoe hij het heeft gedaan (feedback on state). En hij krijgt prijsjes/beloningen iedere keer dat hij een ‘bandje’ verder mag (celebrate victory).
Gamification zorgt voor motivatie om vooruit te willen, maar in combinatie met de website ook voor inzicht wat hij al goed kan.

Mastery-Learning

Beheerst hij alle elementen goed voor die horen bij een ‘bandje’ dan mag hij door naar het volgende ‘bandje’. Er zijn meerdere niveau-groepen. Iedereen gaat op zijn eigen snelheid. Ik ben geen fan van mastery-learning. Ook voor mijn zoon zie ik nadelen van dit principe.
Je mag pas door wanneer je alle indicatoren beheerst. Dat klinkt heel goed, en zorgt niet voor de 5,5 gemiddeld instelling, maar… als hij goed kan duiken, borstcrawl en drijven, kan hij dit niet verder verbeteren, zolang hij zijn schoolslag nog niet onder de knie heeft (gamification-pricipe: let them try). Hier is iets voor te zeggen, maar als hij remediërend in zou steken op alleen die schoolslag kan hij door, maar door de niveau groepjes is maar een deel van de tijd hier voor.
Mijn grootste bezwaar tegen mastery-learning is dat het frustrerend kan zijn. Je blijft in het zelfde groepje als je iets niet goed doet, iedere week hetzelfde oefenen, herhaaldelijk falen: “het lukt me toch niet”, dit werkt de-motiverend.

Conclusie

Gamification werkt super en mastery-learning is in deze opzet noodzakelijk: Er wordt gewerkt met niveau groepjes, verder personaliseren is niet mogelijk.
Grappig dat ouders thuis de voortgang via een website gedetailleerd kunnen volgen. Veel gedetailleerder dan in Magister een 7, een 7 en een 4. Ik vraag me af of dit opgezet is omdat mondige ouders veel naar voortgang vroegen. Wanneer gaat onderwijsland om? Wanneer gebruiken we allemaal Learning Analytics? Dat is toch veel beter dan een summatieve 6?

Van de zesjesmentaliteit af

Zesjesmentaliteit

Van de zesjesmentaliteit af door middel van DIY Learning Analytics!

Beloning

Het probleem van de zesjescultuur ligt bij de beloning. Leerlingen kunnen heel trots zijn wanneer ze een 9 halen. Maar op het eindexamen wordt je alleen beloond voor een 6. Oké een 7 is ook nog wat waard op je eindlijst: daarmee zou je een 5 kunnen compenseren. Maar een 8 of 9 op je eindlijst is niks meer waard dan de 6. (VWO – voor universiteiten die werken met numerus fixus, wel)
De docent zal heel trots op de leerling zijn en complimenten geven. De leerling wordt erkend in zijn kunnen. Leerlingen groeien hiervan, maar op de leeftijd van middelbare scholieren is er meer in hun leven: sport, sociaal leven of bijbaantjes. Niet alle leerlingen kiezen ervoor om voor de complimenten te gaan, voor het diploma of overgang telt immers alleen de 6.

Cijfergeving

Ik zou graag minder cijfers geven. Op dit moment heb ik ongeveer 8 toetsen voor een cijfer per jaar. Enkele mentoren, leerlingen en ouders zouden graag meer cijfers zien, om de voortgang nauwkeuriger te monitoren. Ik zou dit graag op een andere manier doen.

Formatieve toetsen en summatieve toetsen

Toetsen zijn een leermiddel. Als docenten zouden we graag formatief toetsen: doorlopend informatie verzamelen over sterke en zwakke punten. Hierbij leren leerlingen door het nabespreken van een toets; de toets is echt een leermiddel. Toch neigen toetsen vaak het summatieve: Beheerst de leerling de gestelde doelen voldoende? Haalt de leerling een 6, dan is dit afgesloten en gaan we verder. Je hebt jezelf bewezen. We kunnen verder. De leerling heeft niks geleerd alleen iets afgesloten.

Mijn toetsen worden door leerlingen vaak ook beschouwd als summatieve toetsen. Een leerling bewijst dat hij de doelen voor dit onderwerp, in dit leerjaar, voldoende beheerst. Terecht dat een leerling dan tevreden is met een voldoende (6).

Voor een leerling is het altijd spannend wanneer hij een cijfer terugkrijgt. Beheerst hij de doelen voldoende? Dat weet hij pas na afloop van de toets. Het is eigenlijk moeilijk in te schatten, omdat het de eerste keer is dat hij de doelen van deze stof, op het niveau van dit leerjaar, beoordeeld krijgt.
Leerlingen hebben bij de methode vaak diagnostische toetsen en krijgen soms oefentoetsen om ze een beeld te geven van hun niveau.
Docenten die de oefentoets geven en alle toetsen nakijken en terug geven om te bespreken krijgen een goed beeld, waar hun leerlingen staan. Maar laten we eerlijk zijn, die tijd hebben we vaak niet. Daardoor weten mentoren en ouders vaak pas hoe het bij een bepaald vak gaat wanneer het hoofdstuk afgesloten wordt met een summatieve toets.

Learning Analytics

Het Hondsrug College en de Steve Jobs basisscholen kunnen dit beeld wel goed geven, doordat de leerling tijdens de verwerking wordt gemonitord.

Bron: Kennisnet Innovatie: Learning Analytics

Formatieve diagnostische toetsen en Flipping the Classroom

Niet alle scholen hebben de beschikking over deze technologie, we werken niet allemaal met tablets. Wanneer je de leerling thuis korte diagnostische toetsen laat maken, kun je toch de individuele voortgang beter monitoren dan 1x SO en 1x PW.
Na iedere video laat ik leerlingen 3 meerkeuze vragen beantwoorden, zo krijg ik per instructievideo een beeld hoe goed leerlingen de uitleg begrepen hebben. Ik gebruik edmodo, het kan ook met Google Forms of socrative.

De resultaten hiervan zijn in procenten en worden door leerlingen niet als cijferoordeel gezien. Leerlingen kunnen zelf beoordelen hoe goed ze het hoofdstuk beheersen en een inschatting maken hoe ze de afsluitende toets zullen maken.

Persoonlijk aandachtspunt

  1. Ik ga, na iedere toets, controleren in welke mate de resultaten van de meerkeuze toetsjes iets zeggen over het behaalde resultaat.
  2. Ik ga kritische kijken naar de diagnostische kwaliteit van de vragen die ik stel in de meerkeuze toetsjes.

Conclusie

Ik geloof dat wanneer we genoeg formatief toetsen, zonder cijfer te geven van 1 tot 10, leerlingen niet meer voor de 6 zullen gaan. Zeker als wij leerlingen belonen; complimenten en gamification als motivator (badges en achievements in edmodo & classdojo).
Laten we dan ook ophouden met het klagen over leerlingen die een 6 halen op hun eindexamen, dit is een summatieve toets, waarvan de norm achteraf met een N-term bepaald wordt. Het landelijk gemiddelde zal altijd ongeveer 6,0-6,4 zijn.