Waarom ik van edmodo hou

Waarom ik van edmodo hou

Edmodo is niet alleen gebruiksvriendelijk en makkelijk, het is ook nog gratis.

Ik gebruik edmodo al een tijdje om mijn lessen te flippen. Sinds dit jaar gebruik ik edmodo voor alles waar ik eerst de Elektronische LeerOmgeving N@Tschool! voor gebruikte.

Gistermiddag heb ik voor het eerst small groups aangemaakt, waarmee leerlingen werken aan hun sectorwerkstuk. Ik heb deze groepen klaar gezet voor aanstaande vrijdag. In de folder staat de reader en de lege opzet voor hun documentatiemap (google document).

Die avond werd deze docent zo gelukkig: leerlingen waren al begonnen met overleggen over hun onderwerp; 3 dagen voordat ik de leerlingen de opdracht geef.
small groups

#Engagement #BlendedLearning #GoodPractice



Zou dit met N@Tschool! ook gebeurd zijn?
Nee! Leerlingen moeten zelf opzoek naar hun studieroutes en projecten die onoverzichtelijk verstopt zijn. Ze hebben geen app op hun telefoon. Ze krijgen geen meldingen als ze ergens toegevoegd worden.
Het klaar zetten van projecten, met werkruimte en forum, de leerlingen uitnodigen is veel werk. Bij edmodo is dit slechts enkele klikken. Leerlingen moeten door hun docent gewezen worden op de nieuwe groepen en leren waar de werkruimte en het forum is.



Waarom hou ik van edmodo?

Erno Mijland verwoordt dit in Smihopedia perfect:

“Belangrijk om te beseffen is hoe meer functionaliteiten de toepassing biedt, hoe langer de leercurve is.”

“… elektronische leeromgevingen die pretenderen een totaaloplossing te bieden voor alle processen op school verkeerd of te weinig gebruikt worden omdat grote groepen gebruikers ze als te moeilijk ervaren. Andersom gezegd: eenvoud en gebruiksgemak dragen bij aan succesvolle implementatie van digitale media in onderwijs.”

Waarom ik edmodo gebruik

Waarom ik edmodo gebruik

In mijn vorige post schreef ik heel enthousiast over edmodo omdat het leerlingen “engaged” door de intuïtiviteit en het gebruiksgemak.

Ik heb niet verteld waarom ik edmodo gebruik en naar aanleiding van de vorige post dat men dat wel afvraagt.

Reden #1: tijdlijn
Edmodo heeft een interface met een tijdlijn zoals je die kent op facebook. De nieuwste opdrachten, video’s en berichten verschijnen boven aan. Hier kan op gereageerd worden door leerlingen, zoals bij facebook. Leerlingen hoeven niet bepaalde studieroutes of projecten te zoeken in een mappenstructuur (MS-DOS iemand?) voordat ze hun opdracht vinden. Op de startpagina zien ze al hun posts, maar ze kunnen ook een specifieke groep selecteren, dan zien ze alleen de tijdlijn van die groep. Overzichtelijk en eenvoudig.
Edmodo heeft het gemak van facebook in een veilige omgeving. In klas 1, 2 en 3 modereer ik alle posts voordat ze openbaar in de groep komen. Leerlingen kunnen onderling geen berichten sturen.

Reden #2: Flipping the Classroom
Toen ik net begon met video’s op te geven als huiswerk zag ik dat sommige video’s minder views hadden dan er leerlingen in de klas zaten; hoe controleer je huiswerk als het huiswerk een video is? Bij YouTube kun je niet zien wie je video bekeken heeft.
Dit heb ik opgelost door een korte quiz in edmodo toe te voegen. Ik post de video op de tijdlijn en daar onder staat de quiz. De eenvoud en snelheid waarmee je dit klaar zet is een 10-voud sneller en eenvoudiger dan in bijvoorbeeld N@Tschool!

Reden #3: beheer
Als docent heb je beheer in eigen hand. Dit betekent niet dat je een expert moet zijn met computers, veel beheer is er niet (in tegenstelling tot klassieke ELO’s). Je maakt een groep aan en geeft leerlingen een specifieke groepscode. Je hoeft niet een studieroute klaar te zetten en binnen ‘managed groups’ opzoek te gaan waar in vredesnaam de klas staat.
Maar ook leerlingen melden zich aan bij een groep, als leerlingen hun inlognaam vergeten, kan de vakdocent deze opzoeken. Weet de leerling zijn wachtwoord niet meer dan kan de docent het wachtwoord resetten. Leerlingen hoeven niet meer naar de systeembeheerder.

Reden #4: App
Een werkende mobiele site en goede Android & iOS app voor leerlingen en docenten. Voor iPad helemaal een goeie App. Eén verbeterpunt: Quiz werkt nog niet in de app.
Dit is echt een voordeel in bovenbouw klassen waar iedereen een smartphone heeft: je hoeft niet meer naar een computerlokaal om de ELO te gebruiken in de les.

Reden #5: Gratis

Reden #6: gebruiksgemak: korte leercurve
Herhaling mijn vorige blog, het contrast edmodo <--> klassieke ELO’s: Erno Mijland in Smihopedia:

“Belangrijk om te beseffen is hoe meer functionaliteiten de toepassing biedt, hoe langer de leercurve is.”

“… elektronische leeromgevingen die pretenderen een totaaloplossing te bieden voor alle processen op school verkeerd of te weinig gebruikt worden omdat grote groepen gebruikers ze als te moeilijk ervaren. Andersom gezegd: eenvoud en gebruiksgemak dragen bij aan succesvolle implementatie van digitale media in onderwijs.”

Van de zesjesmentaliteit af

Zesjesmentaliteit

Van de zesjesmentaliteit af door middel van DIY Learning Analytics!

Beloning

Het probleem van de zesjescultuur ligt bij de beloning. Leerlingen kunnen heel trots zijn wanneer ze een 9 halen. Maar op het eindexamen wordt je alleen beloond voor een 6. Oké een 7 is ook nog wat waard op je eindlijst: daarmee zou je een 5 kunnen compenseren. Maar een 8 of 9 op je eindlijst is niks meer waard dan de 6. (VWO – voor universiteiten die werken met numerus fixus, wel)
De docent zal heel trots op de leerling zijn en complimenten geven. De leerling wordt erkend in zijn kunnen. Leerlingen groeien hiervan, maar op de leeftijd van middelbare scholieren is er meer in hun leven: sport, sociaal leven of bijbaantjes. Niet alle leerlingen kiezen ervoor om voor de complimenten te gaan, voor het diploma of overgang telt immers alleen de 6.

Cijfergeving

Ik zou graag minder cijfers geven. Op dit moment heb ik ongeveer 8 toetsen voor een cijfer per jaar. Enkele mentoren, leerlingen en ouders zouden graag meer cijfers zien, om de voortgang nauwkeuriger te monitoren. Ik zou dit graag op een andere manier doen.

Formatieve toetsen en summatieve toetsen

Toetsen zijn een leermiddel. Als docenten zouden we graag formatief toetsen: doorlopend informatie verzamelen over sterke en zwakke punten. Hierbij leren leerlingen door het nabespreken van een toets; de toets is echt een leermiddel. Toch neigen toetsen vaak het summatieve: Beheerst de leerling de gestelde doelen voldoende? Haalt de leerling een 6, dan is dit afgesloten en gaan we verder. Je hebt jezelf bewezen. We kunnen verder. De leerling heeft niks geleerd alleen iets afgesloten.

Mijn toetsen worden door leerlingen vaak ook beschouwd als summatieve toetsen. Een leerling bewijst dat hij de doelen voor dit onderwerp, in dit leerjaar, voldoende beheerst. Terecht dat een leerling dan tevreden is met een voldoende (6).

Voor een leerling is het altijd spannend wanneer hij een cijfer terugkrijgt. Beheerst hij de doelen voldoende? Dat weet hij pas na afloop van de toets. Het is eigenlijk moeilijk in te schatten, omdat het de eerste keer is dat hij de doelen van deze stof, op het niveau van dit leerjaar, beoordeeld krijgt.
Leerlingen hebben bij de methode vaak diagnostische toetsen en krijgen soms oefentoetsen om ze een beeld te geven van hun niveau.
Docenten die de oefentoets geven en alle toetsen nakijken en terug geven om te bespreken krijgen een goed beeld, waar hun leerlingen staan. Maar laten we eerlijk zijn, die tijd hebben we vaak niet. Daardoor weten mentoren en ouders vaak pas hoe het bij een bepaald vak gaat wanneer het hoofdstuk afgesloten wordt met een summatieve toets.

Learning Analytics

Het Hondsrug College en de Steve Jobs basisscholen kunnen dit beeld wel goed geven, doordat de leerling tijdens de verwerking wordt gemonitord.

Bron: Kennisnet Innovatie: Learning Analytics

Formatieve diagnostische toetsen en Flipping the Classroom

Niet alle scholen hebben de beschikking over deze technologie, we werken niet allemaal met tablets. Wanneer je de leerling thuis korte diagnostische toetsen laat maken, kun je toch de individuele voortgang beter monitoren dan 1x SO en 1x PW.
Na iedere video laat ik leerlingen 3 meerkeuze vragen beantwoorden, zo krijg ik per instructievideo een beeld hoe goed leerlingen de uitleg begrepen hebben. Ik gebruik edmodo, het kan ook met Google Forms of socrative.

De resultaten hiervan zijn in procenten en worden door leerlingen niet als cijferoordeel gezien. Leerlingen kunnen zelf beoordelen hoe goed ze het hoofdstuk beheersen en een inschatting maken hoe ze de afsluitende toets zullen maken.

Persoonlijk aandachtspunt

  1. Ik ga, na iedere toets, controleren in welke mate de resultaten van de meerkeuze toetsjes iets zeggen over het behaalde resultaat.
  2. Ik ga kritische kijken naar de diagnostische kwaliteit van de vragen die ik stel in de meerkeuze toetsjes.

Conclusie

Ik geloof dat wanneer we genoeg formatief toetsen, zonder cijfer te geven van 1 tot 10, leerlingen niet meer voor de 6 zullen gaan. Zeker als wij leerlingen belonen; complimenten en gamification als motivator (badges en achievements in edmodo & classdojo).
Laten we dan ook ophouden met het klagen over leerlingen die een 6 halen op hun eindexamen, dit is een summatieve toets, waarvan de norm achteraf met een N-term bepaald wordt. Het landelijk gemiddelde zal altijd ongeveer 6,0-6,4 zijn.

Blik op #OMOICTO13

Deze week is de OMO-ICTO dag. Ik ben, als OMO-docent, gevraagd om mijn verhaal te vertellen over Flipping the Classroom.

Waarom ik mijn verhaal niet over “flipping” doe.

De video’s die maak, hebben voor een paar dingen gezorgd:
– Ik heb een netwerk van flippende docenten;
– ik was één van de vier genomineerden voor de mediaprijs: Het Gouden Oog 2013;
– ik ben in contact gekomen met veel natuurkunde docenten door heel Nederland;
– en ik heb Carla Upperman ontmoet op een OMO expertmeeting over Flipping.

Maar ik ga mijn verhaal niet over Flipping the Classroom doen. Joost van Oort gaat dit onderwerp namelijk behandelen. Zijn manier van video’s produceren is veel toegankelijker dan mijn manier*: Mijn kracht zit ‘m in de technische kant van video-productie (daar vertel ik graag over), maar mensen die iets willen weten over het didactisch concept Flipping the Classroom, kunnen dat verhaal net zo goed van een ander horen.
Joost van Oort werkt langer met dit concept dan ik. Joost van Oort kan docenten in een workshop laten zien hoe eenvoudig je van een presentatie een video maakt.
Mijn manier* is niet echt toegankelijk. 10 uur per video is echt niet de moeite waard om te gaan doen als leraar. Ik doe dit omdat animatie, VFX/SFX en film mijn hobby is.


Op de OMO-ICTO dag komen leraren kennis maken met Flipping the Classroom. De doelgroep voor video-productie is klein, daarom heb ik een ander interessant onderwerp: edmodo.

Delen is het nieuwe leren & expertise delen is het nieuwe professionaliseren!

Waarom huiswerk

Waarom huiswerk?

Hoe meer huiswerk, hoe minder er op school gebeurt.

Bron: Luc Stevens (4 feb 2015)
Reactie op een vraag van een ouder, bij de bijeenkomst naar aanleiding de uitzending van Tegenlicht: Onderwijzer aan de macht.

Maar aan de andere kant, huiswerk in het voortgezet onderwijs dat voorbereidt op een les, waarbij je als leerkracht er voor zorgt dat het je in staat stelt om veel (persoonlijke) feedback te geven aan je leerlingen en het hen helpt beter in te schatten wat ze wel of niet kunnen, dat soort huiswerk blijkt dan weer wel behoorlijk effectief, volgens Maltese…

Bron: Pedro de Bruyckere (3 dec 2012)

Ik ben de afgelopen maanden bewuster omgegaan met het middel huiswerk en vooral: wat is het doel en effect?
STERK: Leerlingen die voor de les een video kijken, hierbij online een quiz maken, wat mij in de les formatieve informatie geeft voor differentiatie.
ZWAK: Rendement in de les was te laag waardoor leerlingen stof thuis af moeten maken, om op schema te blijven.