Koersbepaling

30 maart kreeg ik een mailtje van mijn directeur dat hij mij “linksom of rechtsom” wilde betrekken bij het schrijven van de koers 2016-2020. Dit is naar aanleiding van de curriculumanalyse, die ik heb uitgevoerd, in het teken van het tweede leerarrangement van de MLI.

De voorkeur ging uit naar deelname van de werkgroep die de koers schrijft, maar mijn tijd is door studie beperkt en binnen mijn aanstelling zit ik ook ruim over de uren heen. Toch wil ik graag deelnemen aan de werkgroep. Ik zal deelnemen naast de directie, decaan, zorgcoördinator en de portefeuille-houder van onderwijs ontwikkeling, daarmee ben ik de enige die geen raakvlak heeft met het middenmanagement.

Ik heb geen enkele ambitie om leiding te geven of minder les te gaan geven voor een grote taak (zoals mijn collega’s in de werkgroep al doen). De afgelopen jaren verschoof mijn rol in de organisatie al zachtjes aan richting informeel leiderschap (Marco snoek, develop teacher leadership and ), maar mijn LA2 heeft dit versneld. Nu ziet mijn directie mij ook als teacherleader. Die professionele erkenning en rol past bij een leraar die voornamelijk lesgeeft.


Maandag 29 juni gaan we op locatie om een dag te brainstormen, onderbegeleiding van een expert (ik ben heel erg benieuwd, gezond sceptisch maar sta helemaal open). Die maandag zal ik later op de MLI zijn maar volop aan mijn rol en prestatie-indicatoren voor de MLI werken.

Kennisdialoog

Kennisdialoog

Afgelopen schooljaar heeft onze school zich georienteerd op de visie. De vorige visie stamde uit het vorige decenium. In schooljaar 2013/2014 heb ik aangegeven dat ik vond dat we een actuele visie/koers vast gelegd zouden moeten hebben. De directeur heeft beknopt zijn gedachtes opgeschreven, daarna is het herformuleerd vanuit het zorgadviesteam (ZAT) en de onderwijs ontwikkelgroep (OOG). Toch was dit nog een ad-hoc visie.

Werkgroep

Daarom is er in schooljaar 2014/2015 een werkgroep gevormd die onderbegeleiding van APS de visie van school goed neer te zetten. In deze groep zit de schoolleiding (locatiedirecteur en twee teamleiders), de decaan, een zorgcoordinator en drie leden uit het OOG (waaronder ik dus). Dit laatste is toeval eigenlijk was de verdeling twee mensen uit het ZAT en twee mensen uit het OOG.

Werkvisie

Dit heeft geleid tot een werkvisie die meegenomen wordt naar het team. De visie moet de visie van school zijn. Er is gekozen om met 8 vertegenwoordigers een werkvisie te formuleren en hier mee een jaar te gaan werken in plaats van het hele personeel er op te laten schieten. Na een jaar kunnen we de visie definitief maken.

Model

Het model wat APS in de begeleiding gebruikt was het model van Berger en Luckmann (1966).
Deze dinsdag zullen we met het team stap 1 en 2 zetten: betekenis geven en uitwisselen. Dit doen we aan de hand van kennisdialogen.
De dinsdag zal er alsvolgt uitzien: eerst presenteert de directeur de visie, vervolgens zal ik het nut van betekenis geven en uitwisselen geven (intersubjectiviteit: gedeeld begrip), om vervolgens de werkvorm toe te lichten.
Er staan 12 concepten/begrippen in de visie. Deze worden verdeeld over 6 groepen, waar de leden eerst voor zichzelf omschrijven wat het begrip betekent om vervolgens met de groep na een kennisdialoog het gezamelijke gedeelde begrip op een grote flapover vast te leggen.
Dit zal gedaan worden volgens het KEROBEI-model.

LA3 kennisdialoog

Voor LA3 moet ik binnen mijn school een kennisdialoog leiden. Ik heb binnen dit korte termijn niemand kunnen regelen van de MLI die deze dinsdag aanwezig zou kunnen zijn. Morgen zal ik een van de groepjes begeleiden. Ik ga kijken of ik dit op kan nemen. Voorwaarde is wel dat ik niet wil dat iemand zich terughoudt in de kennisdialoog omdat er geluidopnames gemaakt worden. Deze middag draait om mijn school, niet mijn opleiding.

(Over een week heb ik een kennisdialoog rondom talent(-ontwikkeling), wie weet kan iemand daar bij aansluiten.)

Cultuur, innovatie en kennis

Cultuur

Ik ben echt blij met het onderwerp cultuur. Cultuur vind ik zo interessant omdat het ontastbaar is, hoe krijg je het in kaart en wat zijn manieren om culturen te veranderen?

Cultuur is een ongrijpbare verzameling van attituden, opvattingen, gedragsconventies, en basisaannamen en waarden die door een groep mensen wordt gedeeld en die het gedrag van ieder van de groepsleden en ieders interpretatie van de betekenis van het gedrag van andere mensen beïnvloedt.
Spencer-Oatey (2000)

Op dit moment vind ik Cameron, Quinn en Schein zelf het meest toepasbaar en concreet. Ik vind Hofstede en Boonstra niet zo fijn.

Innovatie

Vandaag zal een kennisdialoog plaats vinden onderleiding van een andere groep over innovatie. Ik had hier niet echt een goed beeld bij. Na het lezen van het artikel van Sahin over Rogers kan ik dit één op één op twee implementatieprocessen leggen die op dit moment in onze school plaats vinden.
Er wordt het mijn onderbuik gevoel duidelijker zichtbaar. Eén van deze twee processen voldoet aan veel meer voorwaarden dan de andere. Zeker de kracht van trialability wordt bij het tweede proces ondermijnd door de pragmatiek van ons onderwijs. Hier ga ik komende week met een aantal collega’s en eventueel de directie over praten. Ik hoop vandaag veel van mijn medestudenten te leren.

Kennisdialoog

In onze kennisdialogen over cultuur waren we aan het denken om het begrip te omschrijven, daarna het hebben over de manieren hoe je cultuur kan omschrijven en daarna hoe je cultuur kan veranderen. Het is allemaal interessant, maar… ik denk nu net als een ander groepsgenootje dat het eerst handig is om een goed beeld rondom cultuur en bepaalde culturen (modellen) te creëren. De week erna heeft er per slot van rekening een andere groep nog een kennisdialoog over cultuur.

Deze week volgt nog een update hierover en ik zal nog een terugblik schrijven over afgelopen dinsdag.

Terugblik – begrip-uitwisseling

Terugblik op de begripsvorming en uitwisseling

Dinsdag 22 september en dinsdag 29 september

1e bijeenkomst

Om te komen tot een visie die meer is dan een papieren tijger, maar gedragen wordt in de school, heeft het team op 22 september begrippen uitgepluisd. In de visie staan best veel concepten. Deze zijn verdeeld over zes groepen, per groep twee concepten en iedere groep had een begeleider. De begeleiders zijn dezelfde mensen wie de visie geformuleerd heeft en hebben zelf deze werkvorm vorig jaar al doorgelopen.

Mensen hebben eerst voor zichzelf vastgelegd wat een concept inhoudt, om vervolgens in dialoog te gaan met de groep en dit gedeelde begrip vast te leggen, zodat het uitgewisseld kan worden met anderen.

Lees verder…

Innovatie in mijn praktijk

Voor het derde leerarrangement heb ik twee innovaties op mijn werkvloer. Over één innovatie heb ik op mijn blog het meest gesproken: de nieuwe visie voor onze school. Van deze innovatie maak ik deel uit van een groep van acht mensen bestaande uit formele en informele leiders. Hier heb ik een aantal skills al kunnen gebruiken. Bij deze innovatie kan ik veel theorieën plaatsen. Deze innovatie wordt heel goed neergezet.

De andere innovatie de evolutie van onze thematische lessen naar een meer talentgerichtere opzet. Deze innovatie wordt geleid door een werkgroep (op meso-niveau). Het moeilijkste is de draagkracht in het team en de middelen van schoolleiding te borgen.

Afgelopen maandag heb ik geleerd wat de behoeftes zijn van de verschillende types die omschreven zijn door Rogers.

Lees verder…

MLI tussenstand II

Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag …

Afgelopen week stond volledig in het teken van de MLI.
Maandag heel vroeg naar Eindhoven om mijn kennisdialoog op mijn school en de logistiek van stap 3 van mijn LA5 interventie voor te bereiden. ’s Avonds had ik eigenlijk geen rol op de studie… totdat ik als observator bij een oefengesprek aangaf dat ik het ook niet beter kon en voor de klas gevraagd werd.
Dinsdag vroeg naar mijn eigen school, feedbackformulieren verdelen over sectorwerkstukken, interventie begeleiden in de tweede interventiegroep (de schoolfotograaf kwam tussendoor -argh-), powerpoint voor mijn kennisdialoog op de juiste plek klaarzetten. ’s Middags kwam Mijke mijn kennisdialoog observeren. Mijke vond mijn kennisdialoog voldoende omdat ik mijn doelstelling gehaald heb, persoonlijk vind ik mijn kennisdialoog onvoldoende.
Woensdag heb ik nog een interventiegroep begeleid, dit verliep perfect, ik ben zóóó benieuwd naar de resultaten van mijn praktijkonderzoek. Met enkele collega’s gereflecteerd op mijn kennisdialoog, heel fijn om door een andere bril naar mijn kennisdialoog te kijken. Er zijn zeker goede dingen bereikt.
Donderdag vroeg naar Breda om de kennisdialoog van Mijke te observeren. Wat leuk om te observeren, de energie van de groep, het is leuk om op de achtergrond te blijven en ik kon mijn glimlach niet onderdrukken.

Lees verder…

Mini-blog: Pestprotocol

Schoolorganisaties zijn professionele bureaucratiën: de operationele kern bestaat uit hoog-opgeleide vakmensen (ja, de docenten). De taak van de operationele kern is moeilijk om te leren, makkelijk om te definiëren. Het coördinatiemechanisme wat hierbij past is de standaardisatie van vaardigheden (denk aan de zeven competenties voor docenten).
Een de werkomgeving van een school is complex én stabiel.

Doordat de professionals zo’n sleutelrol hebben zijn er valkuilen voor deze organisatiestructuur. Wat is de reactie van mensen die niet uit het onderwijs komen: zij denken dat deze valkuilen er zijn door gebrek aan controle, dus proberen ze andere coördinatiemechanisme als stuurmiddel. Zoals het gebruik van directe supervisie, standaardiseren van processen en standaardiseren van output.

Dit zorgt ervoor dat vakmensen belemmerd en ontmoedigd worden, met als resultaat dat ze genoegen nemen met een protocol in plaats van goed te kijken wat de leerling nodig heeft.

– Ik moest meteen denken aan het pestprotocol. Om recht te doen aan individuele leerlingen moeten we in de praktijk hier in iedere casus van afwijken. Af gaan op onze competenties, in plaats van protocollen.






Dit inzicht komt vanuit de theoriën van Mintzberg, ik werk hieraan vanuit mijn opleiding. Ik kan dit inzicht niet gebruiken voor mijn opleiding, maar wil het niet vergeten.

LA3: Reflectie

Deze blog is een toevoeging op mijn reflectie-video, er is overlap, maar ook verdieping.

LA3

Ik keek heel erg uit naar LA3 omdat dit het leerarrangement is waarbij ik het meeste zou leren. Ik had, in tegenstelling tot LA1 en LA2, nul komma nul voorkennis. Echter was het vanaf het begin een feest der herkenning: aan de hand van de aangeboden theorieën kon ik allerlei dingen uit mijn praktijk plaatsen. Ik kreeg veel inzichten.

Lees verder…

MLI eindstand

Read, Write, Delete, Repeat

Op dit moment ben ik bezig met de integratiefase. Al mijn leerarrangementen zijn afgerond. Tijd voor een terugblik.

Leerarrangement 3: Een kritische blik naar de herijking van onze visie.

Ik wist dat ik bij LA3 het meeste zou leren. De theorie was nieuw voor mij en ik heb bij eerdere innovaties al duidelijk de behoefte ervaren naar goede vaardigheden om collega’s te begeleiden en mee te nemen, maar ook vaardigheden om efficiënt te communiceren met de schoolleiding. Hoewel hier een groot deel afhangt van erkenning van je schoolleiding, deze erkenning groeide gelukkig al in het eerste leerjaar.
Dit leerarrangement leek mij heel nuttig (vooral voor mij) maar eigenlijk leek mij dit leerarrangement ook het minst leuk/interessant. Toch heb ik hier het meest geleerd, vooral omdat ik lekker veel fouten heb gemaakt: aanvaring met Ronald, kennisdialoog op mijn werk en te veel zorgen maken over de skillsassessment. (Zie LA3 reflectie)

Gelukkig heb ik bij de herkansing minder nagedacht en echt geluisterd bij het gesprek, wat mooi eindigde in een goed.
Michiel Gerrie LA3
Dit was een belangrijke punt in mijn opleiding: ik kreeg hernieuwde moed, waar ik een paar maanden eerder bijna overspannen thuis zat.

Leerarrangement 4: Toekomstgericht onderwijs

Het vierde leerarrangement betekent veel voor de rol van een MLI’er. Het gaat over de toekomst, voorbereid zijn op de toekomst en vormgeven aan de toekomst. Hier wordt van de student gevraagd om je eigen context te ontstijgen en over de grenzen heen te kijken naar wat mogelijk is. Aan een kant is het jammer dat er geen product ontstaat waar je school direct iets aan heeft (zoals, bij alle andere leerarrangementen wel het geval is). Het unieke en leuke aan dit leerarrangement is dat je technieken aangeleerd krijgt (meer methodes dan vaardigheden) die horen bij scenarioleer. Ik vind het bij dit leerarrangement wel jammer dat ik niet goed gezien ben en dat de vorm van het product zwaarder telde dan inhoud. Ik kan het dan niet laten terug te denken aan mijn verslagen op de middelbare school, waar ik met WordPerfect 5.1 een hele mooie opmaak maakte en een hoog cijfer kreeg, terwijl mijn product inhoudelijk niet zo veel voorstelde. Ik hoop dat daar doorheen geprikt zou worden.
Verder lezen? Lees hier mijn uitgebreide reflectie op LA4…

Bij dit leerarrangement wordt je ook beoordeeld op het inzetten van je netwerk, op zich is crowd-sourcing geen gek idee, maar in plaats van dat jij en PI aan mag tonen met alles waar voor jij je PLN voor inzet is het heel erg afgebakend. Het klopt niet dat de MLI als geheel mij een magere voldoende zou geven voor dit terwijl “delen” my middle name is. Mensen die me een beetje volgen weten dat ik in verschillende landelijke netwerken actief ben en dat ik enkele geïnitieerd heb.

Leerarrangement 5: Rob de onderzoeker

Waar ik bij leerarrangement 3 relatief gezien veel geleerd heb doordat ik weinig voorkennis had, heb ik bij mijn praktijkonderzoek zo’n grote ontwikkeling doorgemaakt dat ik mezelf echt ben ontstegen. Ik vind het opzetten en uitvoeren van onderzoek het leukste wat ik op de Master Leren & Innoveren heb gedaan. Dit is ook echt iets wat ik in de toekomst meer zal gaan doen. Hoe weet ik nog niet, maar ik ga goed nadenken over een dubbele baan als docent-onderzoeker of het begeleiden van onderzoek binnen de AOST of heel misschien in de toekomst promotiebeurs voor leraren aanvragen…
Als je mijn blogs over LA5 leest, zul je zien dat ik veel geworsteld heb met het de vertaalslag van mijn hoofd naar op papier, je zult lezen dat ik veel hulp heb gevraagd via mijn netwerk en ik kan je vertellen dat het goed uitvoeren van je interventie organisatorisch de grootste uitdaging is.
Terugkijkend ben ik blij dat ik zo vaak tegen een muur ben gelopen met mijn opzet. Een tweede onvoldoende krijgen van een andere beoordelaar was heel frustrerend, maar ik ben zo dankbaar dat mijn opzet niet te makkelijk goed gekeurd is, want juist door het goed omschrijven van de opzet is het schrijven van de uiteindelijke rapportage makkelijk (kanttekening, de interventie en data-analyse is niet makkelijk, het op papier zetten van resultaten wel).

De kroon op mijn werk was de ORD. Hier wijd ik een aparte blogpost aan.

Ik nodig iedereen uit de vakpublicatie en het artikel van mijn onderzoek te lezen.